Home
De Dayak
De bemanning
Het plan
Reisverslagen
Naar Oostende
Frankrijk
Golf van Biskaje
Spanje
Portugal
Andalusie Spanje
Marokko Rabat
Oversteek >Lanzarote
Canarische eilanden
Kaapverdie
Oversteek Suriname
Indrukken Suriname
Op naar Tobago
Caribbean
ABC eilanden
Aruba Colombia
Colombia
Colombia- Panama
Panama
Corona blues
Herstart?
Girls talk
Notities
Fotoalbum
Waar zijn we nu?
Gastenboek
Links
Contact
Mail adres opgeven?

Er wonen rond de 350.000 Surinamers in Nederland, en 573.000 in Suriname. (Telling 2011.)

We (Boudewijn, Hans en ik) gaan eerst inklaren. Ik had al beschreven in het vorig verslag waar je langs moet. Van Nettie, een zeilster die hier met haar man is blijven hangen krijgen we instructies en zij regelt iemand die de weg wijst. Drie verschillende adressen, netjes gekleed, geduld, bij de bank betalen met euro’s en met een afschriftje terug komen, enzovoort. Het verloopt vlotjes en rond het middag uur zijn we er klaar mee.

Diny had met Jiske een huurautootje geregeld, en dat kost maar een tientje per dag. Het autootje echter is niet gemaakt voor de wegen hier. Deze wegen van asfalt zijn in erbarmelijke staat, zeker de weg die wij moeten nemen langs de Suriname rivier. Verzakte stukken wegdek afgewisseld met gaten, met om de zoveel meter een drempel-die-de-auto-molt. Het is dan ook onmogelijk om niet met de bodem van de auto het wegdek te raken hoe voorzichtig we ook de hobbels nemen. Ongelooflijk wat zo’n auto kan hebben, wij als inzittenden zitten met geknepen billen in de auto. We durven niet naar de onderkant te kijken en vragen een 4-wheel drive aan de verhuurder. Die heeft hij nog staan (een oudje) en zo kunnen we verdere schade voorkomen.

Paramaribo kent vrijwel geen hoogbouw. Er staan mooie houten (land)huizen die doen denken aan de koloniale tijd, maar kent ook vervallen – en verbrande panden midden in het centrum. Er is een heel mooie houten kathedraal. De stad komt rommelig over. Het verkeer kent vele opstoppingen, langs de weg wordt groente en fruit verkocht van de ‘eigen kostgrondjes’. Eigenlijk mag dat niet, maar sinds het ‘verval’ (in 2016 is de Surinaamse Dollar SRD met bijna 60% gedevalueerd) is het voor vele noodzakelijk om wat bij te verdienen. De salarissen zijn niet gestegen. (Een beginnend agent verdient hier 125 euro per maand, een onderwijzeres 300,  en de prijzen van boodschappen in de supermarkt ligt op Europees niveau.) Volgens de verhalen van de Nederlanders die we hier ontmoeten is corruptie en misdaad een ‘ way of life’ hier.

We lopen via het Onafhankelijkheidsplein naar Fort Zeelandia dat aan de Surinamerivier ligt. Raar om daar te staan. Voor ons, Nederlanders vooral op het netvlies door de decembermoorden, maar dit fort kent natuurlijk een veel langere geschiedenis. Dit fort kent vele vroegere eigenaren, Spanjaarden waren hier al onder leiding van Americo Vespuci (rond 1500) gevolgd door Fransen, Engelsen en Nederlanders. De eersten voornamelijk op zoek naar goud in Guyana. Met de ‘vrede van Breda (1667)’ waar Nederland Nieuw Amsterdam (nu New York dat door Peter Stuyvesant was veroverd) overdroeg aan Engeland, en Suriname werd (terug) overgedragen een Nederland. Eigenlijk aan Zeeland, want Nederland zoals we dat nu kennen bestond nog niet.

In die tijd was er een mix aan volkeren aanwezig in de Paramaribo area, Brazilaanse vluchtelingen (voornamelijk Joden die door intolerantie Christenen werden vervolgd) verschillende Indianenstammen, Engelse kolonisten en geïmporteerde slaven uit Nigeria, Ivoorkust, Ghana, en Sierra Leone. Er waren veel schermutselingen met de nodige doden. De slavernij werd afgeschaft in 1863, waarna de import begon van andere goedkope arbeidskrachten uit India en Indonesië. Die mix is hier nog steeds alom aanwezig.

Ook in recentere tijden diende het Fort als gevangenis of als plaats waar lijfstraffen werden uitgevoerd.

Wat wel opvalt is dat in het huidige Paramaribo het slaven verleden niet zo aan de oppervlakte ligt als dat we in Nederland ervaren. Men is hier bezig met (over)leven, No Spang.

Toch ontkom je hier niet aan geschiedenis en met name de Nederlandse.. Het Nederlands dat hier gesproken wordt, de straatnamen, de namen van de Ministeries - van veel dorpen zoals Groningen, Wageningen, Alkmaar, Haarlem, en Onverwacht dat ligt naast Vierkinderen (humor) maar ook Nederlandse stoeptegels enz. enz. Alles doet je denken aan het Nederlandse verleden. Raar, zo ver van huis. 

Ik vond onderstaand lijstje in een pilot van John Hoedemakers and Jolanda Geerdink dat ik graag even deel.

 

HISTORY

3000 BC. Amerindians were the first people in this area.

1499 Alonso de Ojeda was the first explorer to set foot on land.

1613 First Dutch settlers arrived.

1650 Lord Willoughby, Governor of Barbados sent an expedition to Suriname.

1651 The English established Fort Willoughby.

1667 The Dutch invaded the settlement and Fort Willoughby was renamed Fort Zeelandia.

1667 Treaty of Breda was signed, England offers to trade Surinam (and its rich sugar

factories) for New Amsterdam (present day New York), but the Dutch decline the offer.

1683 Society of Suriname was set up.

1703 13.000 African Slaves worked on the Surinam plantations.

1740 Maroons had formed clans and challenged the Dutch.

1760 Maroon ethnic group signed a treaty with the Dutch, they got territorial autonomy.

1799 Suriname was occupied by the English again.

1816 Suriname was given back to the Dutch.

1863 The Dutch abolished slavery.

1873 In this year the slaves were finally released.

1873 Start with imported workers from the Dutch East Indies.

1873 Workers from India start to come to Suriname in big numbers.

1916 Beginning of processing bauxite and the production of aluminium.

1941 The USA occupied Suriname in WOII to protect the bauxite mines, agreed by the Dutch

government in exile. The (still present) German cargo ship Goslar was wrecked.

1945 First full elections are held.

1954 Suriname became an autonomous part of the Kingdom of the Netherlands.

1975 The Independence of the Republic of Suriname.

1980 Suriname government was overthrown in a military coup by Desi Bouterse.

1982 Political opposition was killed by Bouterse in Fort Zeelandia, internationally known as the

December killings.

1986 Maroon guerrillas started rebelling against the military leaders.

1987 The Military agreed to free elections.

1991 New elections were held, Ronald Venetiaan was elected.

1992 A peace accord with former Maroon rebels was established.

1995 Suriname became member of the CARICOM

 

 

Inmiddels hebben we twee gezichten van Suriname leren kennen. Dat zijn er natuurlijk maar twee van de vele, maar ze zijn zo totaal verschillend! Het ene is waar we dagelijks in ondergedompeld zijn, Domburg waar we liggen met de boot, met in de buurt Paramaribo waar we regelmatig een bezoek brengen, en aan de andere kant een bezoek aan een Marron (de naam staat voor weggelopen slaven) dorp genaamd Jaw Jaw stroom opwaarts in de jungle, slechts bereikbaar per boot en, als er diesel is, elektriciteit van 18.00 tot 22 .00 uur. De beste manier om dit te delen is d.m.v. foto’s. Diny heeft er al een aantal opgenomen in Girls Talk 02'2019, en ik voeg er hier een aantal toe.

Fort Amsterdam ligt op de kruising van de Suriname- en de Marowijne rivier. Van het fort zelf is weinig over, maar er is een mooi museum bij.

 

                                                                 Muurschildering bij Fort Amsterdam

                  Fort Zeelandia: links zijn nog de palisaden te zien van voor de versterking van het fort.

Onze trip naar het binnenland: JawJaw.

Tot Adjoni met de auto, daarna in de korjaal. Ook alle schoolkinderen komen uit en gaan met deze boten op en neer.

                                     Onderweg vele kleine dorpen. De bootsman kent alle ondiepten en scheurt er lang

                                          De rivier kant, vrouwen aan de was...

                                                   Boudewijn en kinderen: Een goede combi!

 

 

 

 

 

 

 

 

Samen met Bele aan het rijst stampen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als de lokalen met elkaar praten in het Samarakaans, dan hoor je af en toe woorden die je herkent, zoals 'wiskundeleraar', of, zo leerden we, als een man van een echtpaar overlijdt dan mag zijn eventueel nieuwe vrouw nooit met de rug naar hem toe slapen omdat hij anders dood gaat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                   Schudden met die kont!                                                           Hoe doe ik dat nou?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                                                   Onze kantine.

                                                             Hoe zou het zijn om hier op te groeien?

De vrouwen zijn bezig op de wasplaats, de kleine kinderen helpen en zijn tevens bezig met de tafels van 1 tot en met 5!

 

 

                        Eens in de week is er slagbal voor vouwen. De Dames tegen de Meisjes. Feest!!!

 

Brokopondo meer.

 

 

 

Plantage Marienburg, een vroegere suiker plantage. 'Alles vervallen' vertelt een man met Javaans uiterlijk. 'Alles vervallen toen de Marons het overnamen'... Oude getuigen zijn de machines die uit Amsterdam komen.

 

Het pondje naar Frederiksburg.

                                                          Lunch op de oude plantage met Bou en Hans.

 

In de lokale bar ' the river breeze' hangen we ons vlaggetje op met de namen van ons allemaal.

 

Achter onze mooring in Domburg

De rust keert terug aan boord nu Bou Hans en jiske ons verlaten hebben...

 

 

Verder zijn we natuurlijk bezig om het volgende halfjaar in te plannen. We moeten rekening houden met het het huricane season dat op 1 juni start en waarbij we onder in de Carieb moeten blijven. Het meest logisch is dat we hiervandaan naar Trinidad/Tobago gaan. Twee eilanden die nog bij Engeland horen. Van Trinidad is echter bekend dat de criminaliteit erg is toegenomen. Bovendien ligt het op ‘steenworp afstand’ van Venezuela en daar voelen wij ons ook niet helemaal lekker bij. Het wordt dus Tobago denken we. Een tocht van 3 tot 4 dagen.

bemanningdayak@gmail.com