GT17 mei 2019
Op 1 van de mooiste plekjes die je je kan bedenken wil ik ook eens een andere kant beschrijven van het zeilersbestaan. Het lijkt/is natuurlijk prachtig zo’n vrij leven maar toch…….
Als we aankomen op ons eerste echte Caribische Eiland overvalt me een onbestemd gevoel. Ik kan het niet benoemen. De kennismaking met Grenada valt wat tegen, vooral na het mooie, fijne Tobago. In de baai liggen wel 100 boten voor anker, opvallend veel Amerikanen en Canadezen. Honderd buren waar je zo goed als geen contact mee hebt.
Tijdens onze reis merk ik dat ik wel gevoelig ben voor de sfeer van een bepaalde plek, dit keer blijft het een beetje hangen. Heb ik soms een beetje last van heimwee? Gedachten gaan naar huis, familie, vrienden e.d. Als we het plan opvatten Jiske en Fleur uit te nodigen voor een bezoek op Curacao ga ik me beter voelen. Dus toch een beetje heimwee?
Ondanks dat er vaak wel meerdere boten om je heen liggen kan je toch last hebben van eenzaamheid, een ander aspect van het zeilersbestaan. Je ontmoet veel andere zeilers, het varieert van een vluchtige ontmoeting tot een vriendschappelijk, langdurig contact, maar er is altijd weer dat afscheid!
Marten en ik hebben het nog steeds goed samen (al gaat dat ook wel van aan 1 woord genoeg hebben tot geheel langs elkaar heen praten) en zijn uitgegroeid van vertrekkers naar reizigers naar zwervers. Met reizen heb je een bepaald doel maar zwerven staat min of meer los van alles. Geen vast plan en geen tijdsduur. Lijkt heel prettig maar ik merk dat ik soms moeite heb met dat losse en meer behoefte heb aan wat vastigheid. Het voelt dat een beetje als verloren dagen en begint soms wat verveling toe te slaan. Verveling is wel een heel groot woord maar moet dan toch wel dingen zoeken om me bezig te houden. Het valt overigens wel mee want mijn handwerkpakketten, schilderwerk e.d. liggen nog in de kast. Wel heb ik al heel veel boeken gelezen.
Soms mis ik wat lichamelijke activiteit want je kan niet overal wandelen of fietsen. Als het wel kan genieten we er extra van. Wel zijn onze beenspieren en balans meer getraind want de boot beweegt altijd!
Sanitaire voorzieningen zijn beperkt. We hebben een buitendouche , dat doe je in de kuip met gebruik van zo min mogelijk water. Dit is dus het geval als je voor anker ligt (in de gehele Carieb) en niet in een jachthaven.
Wat ik verder soms mis is een echt bed. Wij slapen in de hut achter, geen stahoogte en moeten over elkaar heen kruipen om in bed te komen en het bed loopt van boven 160cm tot beneden 100cm, een beetje schuin dus.
Verder hebben we een 1-persoons kombuis (keukentje) met een 2 ½ pits gasstel. Dus een beetje behelpen.
Het zeilen op zich gaat wel beter maar zal nooit echt mijn hobby worden. Tegen langere tochten zie ik nog steeds wel op. Hier in de Carieb zijn het allemaal korte tochtjes dus dat is fijn en er is zoveel te zien. Maar de 3-daagse tocht naar Bonaire vind ik nog wel een ding.
Al met al geniet ik nog steeds en voelt Nederland ver weg. Daarom ben ik wel blij met mailtjes, appjes en berichtjes in het Gastenboek. Dank daarvoor!
Dit was een korte inkijk in de andere kant van het zeilersbestaan maar de volgende keer ga ik weer schrijven hoe het ook is en hoeveel mooie dingen we zien en beleven! Dus geen geweeklaag maar loftrompet!